Body is soul

Een ding weet ik ondertussen wel zeker, en dat is dat lichamen te weinig waardering krijgen van hun eigenaren. Ik weet niet of het al is getest, maar het zou me niet verwonderen dat sommige mensen meer van hun auto houden dan van hun lichaam. Jup, ik stel het even scherp. Dat komt omdat ik dit wijdverspreide gebrek aan sympathie een beetje verdacht vind. Sympathie voor je lichaam, ongeacht prestaties, kilo's of seks, dat vind ik namelijk een erg goed idee.

 

Voor Winterblossom ben ik continu in de weer met zijden broeken, zachte schoudertasjes en easy breezy kimono's. Allemaal om het leven aangenamer te maken en de huid te verwennen. Ik ben erg gewonnen voor wat heet draagcomfort, omdat ik vind dat je vriendelijk met je lichaam moet omgaan. Geen strakke snoeren en riemen, geen elastieken die in je huid snijden. Ik geloof dat een lichaam gebaat is bij zachtheid, in wat je geeft, en hoe je het behandelt. Als ik dat zeg, is iedereen het altijd met me eens. Maar dan gaat het vaak in geen tijd over wat ik juist niet bedoel. Een gesprek over minder suiker gaat al snel over streng diëten, sporten wordt je lichaam afjakkeren, met je lichaam aan de slag gaan wordt in geen tijd tot het uiterste gaan. Dat het altijd zo intensief moet zijn, alsof het om een straf gaat, dat snap ik niet. 

 

Vroeger hadden wij op school een leerkracht L.O. die graag zag hoe wij ons afbeulden. De turnlessen bestonden uit rondjes rennen, touwklimmen en pompen (aka push-ups). Week na week moesten we touwklimmen, als toekomstige paracommando's van veertien, die de rest van de dag naar zweet roken. Toen ik eens zei dat we ons in een school bevonden en niet in het leger, vond die leerkracht dat ik geen karakter had. Ze stak haar neus in de lucht (en ze was veel groter dan ik) en galmde dat ik nooit zou volhouden in het leven. Geen lieverdje, die vrouw, en pedagogisch misschien niet echt een hoogvlieger. Tot mijn vreugd hadden we elk jaar opnieuw les van haar. Misschien moet ik erbij vermelden dat het indertijd een katholieke meisjeshumaniora betrof. Geen oord dus waar het lichaam, laat staan dat van een meisje, op veel appreciatie kon rekenen. In ieder geval is mijn argwaan jegens zelfkastijding en dat geëxalteerde gedoe rond sport toen ontstaan. Dat het per se pijn moet doen, dat gaat toch een tikkeltje in een richting die weleens een vraag kan doen rijzen? Of ben ik nu te achterdochtig? Hoe dan ook, het gebrek aan waardering voor een lichaam, en het zo gretig willen zien als iets dat gedisciplineerd moet worden, is zo'n dingetje waar ik wel wat over kwijt kan. Maar ik laat het even hierbij, anders ben ik volgende week nog aan het schrijven. 

 

De een steekt het op turnleerkrachten, de ander op de modebranche, feit is dat we met zijn allen vinden dat er wat aan onze lichamen schort. En dat is niet zo'n beetje. We hebben een plat of een bol achterste, het zit te laag of het is te los. Onze buikjes steken uit en er staan striemen op, we hebben korte, dikke of sprieterige benen. We hebben te kleine, te platte, te grote, te hoge of te lage - hoe raad je het -  borsten. Onze armen zijn te kort, en ze klutsen, of ze zijn te mollig, te lang, te slungelig. Vingers zijn stomp of knokig, tenen zijn krom of staan niet mooi op een rij. Billen zijn dik, dijen zijn net wolken en heupen zijn te breed. Of te smal, want er is van alles wat. Schouders zijn te rond of te hoekig, halzen te kort, enkels te dik, voeten te groot, te klein, te breed, te smal of te benig. Er is geen lichaamsdeel of het vormt een bron van gepieker voor veel mensen. En dan heb ik het nog niet over de verhoudingen. Want ook daar zijn de knelpunten onuitputtelijk.Maar... wanneer de ontevredenheid zo alomtegenwoordig is, en te bezorgdheid zo groot, kan je niet langen van een individueel probleem spreken. Dan is het een sociale aangelegenheid, een soort pandemie. Tegelijk relativeert het ook. Wanneer je weet dat zoveel mensen over zoveel lichaamsdelen kniezen, zitten we samen in dezelfde boot. De schaamteboot, die op en neer gaat op een oceaan van kritiek, kookboeken van dunne dames en foto's met virtueel weggegomde tailles en billen. Er zit maar een ding op: we moeten opstaan. En ons verzetten tegen de dictatuur van het perfecte lichaam. 

 

Want met wie vergelijken we ons? Met Barbie en haar lijf van twee meter lang, haar E-cup en haar piepkleine voetjes. Terwijl lichamen op zich perfect zijn, ongeacht vorm of kleur. Mensen zien er gewoon leuk uit, met hun variaties en hun eigen keuzes en trekjes. Wanneer je zo naar anderen kijkt, en dat normerende even vergeet, zie je veel meer. Het duo dat de straat oversteekt, eentje stijf rechtop als een ballerina en de ander slepend, met slaapogen en een warrig kapsel. De oma op een bank in de zon in een hippe jumpsuit en sneakers. De vrouw met dansende tred. De jongen met de hangende schouders. Misschien dat het wat zweverig klinkt, maar ik ben aanhanger van de gedachte dat de ziel in je lichaam zit. Gewoonlijk situeert men het concept eerder in het hoofd, wellicht. Het hoofd omvat de hersenen die alles regelen, het denkwerk doen, de job klaren, terwijl het lichaam meer een machine is. Maar veel dingen die we doen, zelfs zittend achter een computer, doen we met ons lichaam. Liefde, emoties, pijn en geluk zitten minstens evenveel in je lijf, en daar hou ik graag rekening mee. Ik heb ondervonden (niet in de laatste plaats door een eetstoornis toen ik een tiener was) hoe het is om het contact met je lichaam te verliezen. Sindsdien herken ik het ding, ook bij anderen. Het idee dat je lichaam een klankkast is voor wat je voelt, dat het je ziel is, heeft me toen veel geholpen. Veel meer alvast dan het idee dat je moet streven naar iets dat meer op een straf lijkt. Soul in je lijf, voor mij is het een fundament. Het is een verhaal op zich, weer iets voor de volgende keer. 

 

Liefs, Els

 

P.S. speciaal voor delicate huidjes hebben we onze pagina SILK

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.