Hoe sensitief is hoogsensitief?

Als je met stofjes en comfortabel designs aan de slag bent, valt het woord- tatataa- hoogsensitief vaakIk merk dat mensen die de term ter hand nemen, haast altijd zelf hoogsensitief zijn. Dat zijn er niet onaardig wat. Soms valt het woord in verband met emoties, een andere keer meer in verband met zintuiglijke aangelegenheden. Een goede vriend en kunstenaar opperde het nadat we hadden zitten praten over stilte en lawaai. Ik hou wel van stille plekken, en ook van rustige mensen. De vriend, zelf hoogsensitief, doet dat ook. Takes one to know one, blijkbaar. Maar of ik echt hoogsensitief ben? Dat wilde ik toch van dichterbij bestuderen. 

 

Ik schafte het boek The Highly Sensitive Person van Elaine N. Aron aan. Zeer interessant. Op pagina 17 staat een zelftest met ja-of nee-vragen zoals 'ik schrik snel' en 'stemmingen van anderen hebben invloed op me'. Zowel in die lijst als in de tekst herken ik dingen, maar vaak ook niet. Zo hebben stemmingen van anderen absurd veel effect op me (helaas...) maar heb ik niet de indruk dat ik sneller dan anderen ergens van schrik. Ik besloot het etiket vooralsnog niet op mezelf te plakken. Ik hou ook niet zo van etiketten. Maar ik geloof zeker wel dat mensen grondig verschillen in hoeveel volk, drukte, lawaai en pijn ze kunnen verdragen. Om het maar eens heel kort samen te vatten. De zelftest eindigt met de vraag 'of men je als kind vaak gevoelig of verlegen vond.' 

 

Ik kreeg het label gevoelig vaker dan me lief was opgeplakt. Ik vond het maar niets, het klonk alsof mensen me een zachtgekookt ei vonden. In mijn toenmalige kinderwereld was gevoeligheid niet zo nuttig. Je kon maar beter dapper en sterk zijn. Inmiddels vind ik gevoeligheid - en meer nog, fijngevoeligheid - een wonderbaarlijke eigenschap van mensen. De associatie met een ei is weggevallen, gelukkig. Maar ergens in mijn hoofd wringt er nog altijd iets. Alsof je niet gevoelig én sterk kunt zijn. 

 

Natuurlijk kan dat wel. Het een sluit het ander in geen geval uit. Al valt het niet mee om je gevoelige zelf te zijn in een ander soort wereld. Zo ben ik weleens weggevlucht uit een karting wedstrijd, met enthousiastelingen die stonden te trappelen om als gekken weg te stuiven op zo'n gillende, gemotoriseerde grasmaaier. We hadden vrijkaartjes, vandaar dat ik met een helm op, en in een veel te grote overall in de rij stond. Twee seconden voor ik aan de start moest, om te racen tegen een handenwringende kleerkast van een vent, besloot ik dat dit toch niet zo mijn ding was. Ik klom met helm en al over een hek en vluchtte rillend de piste uit. Dan maar niet stoer. En zo ging het nog een hele tijd, tot ik begreep dat ik niet per se moest deelnemen aan dingen waar anderen van houden, maar ik niet. 

 

Oké, het heeft ontzettend lang geduurd vooraleer ik dat eindelijk snapte. Ik wilde niet asociaal zijn, of me niet gedragen als spelbreker of flauwerik. Dat idee hield steeds stand, misschien ben ik er nog altijd niet helemaal vanaf. Mogelijk hebben andere hoog- of driekwart-sensitieven (zoals ik) hetzelfde probleem. Want het woord wordt opvallend dikwijls stil gezegd. Gesuggereerd. Je wil jezelf of iemand anders niet buiten de groep plaatsen. Maar een ding is zeker, kordaatheid is toch beter. Mensen die voluit niet hielden van drukte, lawaai of - nog zoiets - harde competitie, en daar ook ronduit voor uitkwamen, deden meer voor zichzelf en voor mij dan de stille suggereerders. Hun gedecideerde houding vond ik stoer, en dapper, en inspirerend. Op die manier driekwart sensitief te zijn, dat neem ik me ook voor. Voor nieuwjaar. Nog even tijd om te oefenen. ✨🍾

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.